Sporten met diabetes type 1
Beweging of sporten kan veel plezier geven en het is goed voor je diabetes. Want door meer beweging word je gevoeliger voor insuline. Je insuline werkt beter en je bloedsuiker wordt minder hoog. Ook voel je je fitter en je hebt minder last van stress. Starten met sporten: waar moet je dan aan denken?
Plan maken voor je sport en je diabetes
Voordat je begint met sporten is het verstandig om eerst een duidelijk plan te maken en dit ook op te schrijven. Bedenk je antwoord op deze vragen:
- Wat ga je eten?
- Hoeveel insuline ga je geven?
- Wat doe je als je in een hypo of hyper komt?
Schrijf je waardes op voor, tijdens en na het sporten. Als je plan niet goed werkte, is dat niet erg. Ga met je plan naar je diabetesverpleegkundige en overleg wat je de volgende keer anders kunt doen. Bekijk hieronder nog een aantal tips of meer informatie.
Insuline gaat beter werken bij sporten
Je zit nooit te wachten op een hypo of hyper. Daarom is het belangrijk om je lichaam te leren kennen. Dan kun je de hoeveelheid insuline aanpassen aan de invloed van sporten. Insuline gaat tijdens sporten namelijk veel beter werken. Soms wel 4 tot 5 keer beter. Dat betekent dat 1 eenheid insuline tijdens het sporten hetzelfde werkt als het spuiten van 4 of 5 eenheden in rust.
Actieve insuline en sporten
Het gaat erom hoeveel actieve insuline er in je lichaam is. Actieve insuline is de kortwerkende en de langwerkende insuline samen. Dus de spuit-eenheden of bolus eenheden, plus de basale insuline. Insuline is vaak 2 uur lang actief in je lichaam. Daarom is het belangrijk om je insuline al aan te passen voordat je gaat sporten. De hoeveelheid insuline die je jezelf dan geeft is vaak minder dan normaal. Hoeveel minder? Dat is voor iedereen anders. Maar het maakt de kans kleiner op hypo’s tijdens het sporten.
Stijgende bloedsuikers bij sporten
We horen vaak dat bloedsuikerwaardes stijgen na het sporten. Het kan zijn dat je weinig actieve insuline in je lichaam hebt, omdat je je pomp laag hebt gezet, of je hebt minder insuline gespoten. En de koolhydraten die je tijdens het sporten neemt, komen maar langzaam in je bloed terecht zolang je actief bent. Maar na het sporten komen koolhydraten weer sneller je bloed in. Als je al weinig insuline in je lichaam hebt, dan kan je bloedsuiker dus snel gaan stijgen. Zeker als je ook na het sporten nog wat eet. Goed om aan te denken dus.
Hypo's en hypers, voor, na en tijdens sport
Een hoge of een lage bloedglucosewaarde is heel vervelend. Zeker als je aan het sporten bent en je zélf graag wilt pieken. Een hoge glucosewaarde heet een hyper. Het betekent dat er te veel glucose in het bloed zit. Een lage bloedglucosewaarde heet een hypo. Dan zit er te weinig glucose in het bloed. Tijdens je activiteit kun je erop letten hoe je een hypo of hyper tegenhoudt. Lees hier onze eerste tips.
Sporten met een pomp of pen
De nieuwste technologie helpt om te kunnen sporten of te bewegen. Het is natuurlijk een groot verschil of je een pomp gebruikt, of een pen. Bij een pomp houd je je waarden op een andere manier in evenwicht dan bij een pen. Bekijk hier meer over sporten met een pen of sporten met een pomp.
Krachtsport, duursport, combinatiesport en diabetes
Hoe beweeg je graag? Loop je hard, doe je aan yoga of voetbal je in een team? Iedere sport of manier van bewegen is anders en vraagt om een andere manier van het regelen van je diabetes. Er zijn drie soorten sporten:
- krachtsport, zoals fitness, sprinten en gewichtheffen
- combinatiesport, zoals voetballen, tennissen en padellen
- duursport, zoals fietsen, zwemmen, wandelen en hardlopen, maar ook tuinieren en het huis schoonmaken
Bekijk hier meer: wat kan een sport doen met je bloedglucosewaarden? En hoe kun je hiermee omgaan?
Samen sporten met diabetes
Blijven proberen!
Sporten met diabetes is voor iedereen anders. Zeker in het begin is het veel verschillende dingen proberen. Want het lukt bijna niemand om het in één keer goed te doen. Als je plan niet lukt, is dit niet fout. Dan weet je dat het niet werkt, en kun je verder onderzoeken wat wel werkt voor je. Het is goed om op te blijven schrijven wat er gebeurt, en dit te bespreken met je diabetesverpleegkundige. Samen ontdek je na een tijdje hoe je lichaam reageert op sport en bewegen.