Sportieve wereldreis – deel 2
Patty deelt haar verhaal.
Alweer 5 maanden onderweg en nog niet uitgefietst! In maart deelden we het eerste verhaal van Patty Ham die op de fiets door heel Zuid Amerika fietst. Vandaag deelt ze na 5 maanden opnieuw haar bevindingen. Lees hieronder haar verslag!
Mei 2024 - De eerste drie maanden waren fysiek zwaar, dat kan ik wel zeggen. Gezien het feit dat ik af en toe geen insuline spoot tijdens de lunch zegt genoeg. Naar mate de reis vorderde, werd dat anders; ik ben mij er niet zo van bewust of ik nu meer of anders eet, maar ik moet zeker wel insuline spuiten. Hoeveel, dat blijft gokken want het brood is iedere keer weer anders, al smaakt het na inspanning heerlijk! Als ik bedenk wat ik hier eet; dat zijn de ‘P’s’ die ik thuis ontwijk: pasta, vooral gedroogde, is thuis uitgesloten, ‘pan’ = brood hier.
In restaurants in Argentinië kun je garnituur kiezen en dan neem ik groente of salade om de hoeveelheid koolhydraten te beperken. Mede omdat het meestal patat is en dat vind ik altijd moeilijk te monitoren. Na verloop van tijd ben ik er wel achter dat dag 3 met fietsen extra invloed lijkt te hebben. Meestal heb ik dan lagere bloedsuikers.
Van tevoren ben ik ervan uitgegaan dat ik, met de Free style Libre, 12 x per dag glucose controleer. Samen met mijn diabetesverpleegkundige hebben we het voor elkaar gekregen dat ik zoveel stripjes mee heb kunnen nemen. Na 4 maanden heb ik nog 21 potjes over. Dat is in de zware maanden extra ballast geweest maar ook een ontdekking dat je met de sensor makkelijker en vaker meet. Nu moet ik afstappen, tasje open, prikken, stripje opbergen, etc, etc… (en dan doe ik niet na iedere check een nieuw naaldje ?). Na 4 maanden en nog 2 voor de boeg laat ik wat potjes achter… het is zonde maar die ga ik thuis niet meer gebruiken. Naalden heb ik ook veel te veel mee maar die gebruik ik thuis ook, dus die gaan mee.
Zwabberbenen en zoet ontbijt
Op mijn gevoel afgaan doe ik nu meer; al wil ik bij ‘zwabberbenen’ toch zeker weten dat mijn glucose laag is voordat ik iets eet. Als we een dag onverwachts 132 kilometer afleggen, fiets ik in de loop van de dag van glucose 2,5 naar opnieuw 2,5 en dan uiteindelijk schiet het niet meer op; pap in de benen. Al voel ik mij niet beroerd; de benen geven het aan. Het avondeten bestaat uit weinig koolhydraten voor mij maar in de nacht heb ik toch een hoge bloedsuiker en dat frustreert dan wel weer. De ochtend erna bij het ontbijtbuffet krijg ik een soort “error” als ik alleen maar zoete dingen zie staan. Omdat wij veelal zelf ons ontbijt verzorgen is dit even schakelen. Ik vraag of er iets hartigs te krijgen is zoals kaas, maar het antwoord is “nee, de keuken is gesloten en dit is het ontbijt…”. Met stoom uit mijn oren haal ik onze eigen kaas uit de hotelkamer.
Omdat er wat tijd zit tussen het ontbijt en op de fiets stappen, heb ik wat meer insuline gespoten. Met als gevolg dat ik voor vertrek al het gevoel had dat de bloedsuiker zakte (was nog 5,8 maar mijn gevoel vertelde al het vervolg dus toch een stukje zoetigheid, dat ik van het buffet had meegenomen ?, gegeten). Ik zoek verklaringen. Mogelijk door de intensiteit van de vorige dag heb ik de hele dag lage bloedsuikers. Ik blijf de hele dag maar ‘bij-eten’. Een dag om er tussen uit te knippen. Dat is even balen. En waardoor ontstond dan toch de ‘error’? Geen idee; je kunt er ook van genieten en op spuiten. Al blijft het lastig in mijn hoofd dat ik niet precies weet hoeveel koolhydraten erin zitten. Nu heb ik én stress van de ‘discussie om kaas’ wat niet lukt, ik eet anders én zit vervolgens de hele dag laag. Ja, achteraf is het makkelijk terugkijken. Op zulke momenten zou ik heel graag willen dat er iemand op mijn schouder zit en even influistert hoe ik dit aan moet pakken.
Het verslag gaat door onder de foto's.
Bergen, kou en bevroren insuline
En dan gaan we hoger de bergen in. Met weer allerlei ontdekkingen erbij. Het is ‘s nachts koud. Dus de insulinevoorraad gaat mee de slaapzak in. M’n bloedsuiker is de volgende dag, ondanks de hele dag klimmen, hoog. Ik ben ongerust dat het misschien toch bevroren is geweest. Voor de zekerheid neem ik een nieuwe spuit in gebruik. Dat lijkt te werken. Het is een vreemde, en frustrerende, gewaarwording dat je je de hele dag uit de naad fietst en toch hoog zit. De insulinebehoefte lijkt boven de 3000 meter hoger. Ik durf de langwerkende insuline echter niet te verhogen om een hypo te voorkomen de dag erna. Zo blijf je puzzelen al zal het laatste stukje wel nooit gevonden worden denk ik.
Het fijne tijdens deze reis is dat ik het makkelijker naast mij neer kan leggen. Ik ben actief bezig, iets hogere glucose zorgt voor minder honger, minder energieverspilling en na thuiskomt komt het regime wel weer terug. Ik ben blij dit een jaar na de challenge nog te kunnen volhouden.
Op hoogte lijkt de insuline na inspuiten en 10 seconden wachten meer na te druppelen. Bij 20 seconden gaat het wel goed. Weer wat ontdekt. Ik vraag me af of dit door de hoogte komt en dat er meer druk op de ampul staat? (zowel de Fiasp navul ampul als de Abasaglar wegwerp-pen heeft het). Het geeft mij een onzeker gevoel of je wel genoeg hebt gekregen en hoeveel spuit je dan weer bij?
Vertraagde koolhydraten
Onderweg eet ik havermout als ontbijt, met water, en indien mogelijk een stukje fruit. Dit geeft vertraagde koolhydraten en dat merk ik wel. Na 3 dagen proberen heb ik iedere keer een hypo na 1,5 uur na starten met fietsen. Dag 1 neem ik voor lief, dag 2 spuit ik minder insuline, dag 3… weer een hypo. Hmm, misschien niet meer prikken bij havermout? Dan merk ik weer dat stemmetje in mijn hoofd; eten = prikken. Ik ga het proberen, kan altijd nog naspuiten.
Na 2,5 week boven de 3500 meter gefietst te hebben, merk ik dat de hoge bloedsuikers niet blijvend waren. Soms is er blijkbaar geen verklaring te vinden. De insuline gaat regelmatig mee in de slaapzak en als het op het hooggelegen zoutmeer Salar de Uyuni -10 graden in de tent is, vind ik het extra spannend omdat wij onszelf al bijna niet warm kunnen houden. Als we naar 4100 meter hoogte fietsen en daar overnachten staat om 23 uur ‘s avonds het ijs al in de slaaptent. We hebben de insuline verdeeld in de slaapzakken maar ook daar blijft het spannend omdat mijn voeten net een ijsklomp zijn. De volgende morgen, ‘blij’ dat we kunnen opstaan vanwege de kou, ontbijt ik met havermout en een halve appel. Ik spuit 1 eenheid op 37 koolhydraten. Na 2 uur zit ik op 11. Ik doe er niets mee want we mogen nog een poosje klimmen (naar 4324 meter hoogte!). Na nog 2 uur fietsen zit ik op 14… hoe kan dat? Heeft de kou een soort adrenalinestoot gegeven? De intensiteit van de inspanning levert geen verlaging van de bloedsuiker op. Bij de lunch heb ik gespoten en dat werkt dan wel weer goed; de bloedsuiker zakt. Het blijft puzzelen en anticiperen.
Terugreis met diabetes
We zijn bezig om de terugreis te regelen. Ook dan loop je tegen dingen aan, net als de heenreis, maar toch. Mag ik een extra tas mee in de handbagage (voor alle medische spullen)? Vervolgens hebben ze in etappes allerlei vragen vanuit de luchtvaartmaatschappij; welke insuline, het merk van de meters, of je alles gaat gebruiken aan boord, hoeveel gewicht en is er koeling nodig? Pfff, wat een gedoe, maar als het dan geregeld is, geeft dat weer rust. Het kost energie en er is niet altijd internet waardoor het soms langer duurt voordat het duidelijk is. Maar het is gelukt.
Het is een prachtige reis geweest. We genieten hier nog 3 weken en dan gaan we naar huis.
Dit was mijn 2e en laatste verhaal van fietsen in Zuid Amerika. Intensief, intens, verrijkend en soms spannend met de temperatuur, maar zeker alle inspanningen waard!