Checklist samen veilig sporten met diabetes

Ga jij lekker sporten en wil je je teamgenoten of je trainer informeren over jouw diabetes? Of heb je een kind in jouw team met diabetes en wil je weten wat je kan en moet doen? Gebruik dan deze checklist zodat je samen veel plezier beleeft aan sporten.

We kunnen niet vaak genoeg benadrukken dat het hartstikke gezond is om te sporten als je diabetes hebt. Daarnaast hoeft diabetes helemaal geen belemmering te zijn tijdens het sporten.

Voor de trainer

Wanneer je voor het eerst een kind met diabetes in je team krijgt kan dit best spannend zijn, zowel voor jou als trainer maar ook voor het kind. Vraag aan de ouders en het kind zelf hoe zij omgaan met sommige situaties als de bloedglucosewaarden schommelen en hoe zij daar mee omgaan.

Voor jou als sporter

Sporten is voor jou ook lekker en gezond. Zodra je jouw eigen lichaam een beetje goed kent, onder controle houdt en aangeeft wanneer jij je niet goed voelt of last hebt van je bloedglucosewaarden, kan je lekker en veilig sporten.

Neem onderstaande checklist samen door (trainer, ouders en kind) en zorg ervoor dat er duidelijke afspraken gemaakt worden zodat voor iedereen diabetes geen belemmering wordt. 

Checklist samen veilig sporten met diabetes

Neem onderstaande checklist samen door (trainer, ouders en kind) en zorg ervoor dat er duidelijke afspraken gemaakt worden zodat voor iedereen diabetes geen belemmering wordt

 

add remove
  • Aan het begin van het seizoen is het handig als je met de trainer om tafel gaat met betrekking tot het geven van uitleg en afspraken. 
  • Vertel je teamgenoten wat diabetes is, wat er kan gebeuren, maar vooral wat je graag wilt doen en dat is sporten. Leg ook uit waarom jij bijvoorbeeld Dextro/sportdrank mee neemt en dat dit alleen voor jou is.
  • Hypo’s en hypers kunnen ervoor zorgen dat het kind ander gedrag dan normaal vertoont (symptomen staan hierboven). Herken je iets? Vraag hoe hij/zij zich voelt. 
  • Wanneer het kind aangeeft dat het zijn bloedglucosewaarde moet gaan checken, biedt hiervoor dan de ruimte. Hierdoor kan je een hypo of hyper voorkomen. Meten is weten en alleen op basis van een concrete bloedsuikerwaarde kun je beslissen wat je kunt gaan doen. Het kind kan daarnaast wel aangeven dat het zich niet goed voelt, die signalen kunnen bij verschillende waarden optreden. Sommigen voelen een hypo al bij 5 mmol/L en anderen nog niet bij 3 mmol/L.
  • Check voordat je gaat sporten/in de rust en achteraf altijd je bloedglucosewaarden. Dit kan als je dat fijn vindt, samen met de trainer. 
  • Wanneer het kind een hypo heeft, kan hij of zij pas weer sporten zodra de hypo voorbij is. Als je een heftige hypo hebt gehad is de kans dat je erna nog een hypo krijgt groter.
  • Het is handig om de diabetes spullen (prikspullen en hypo materiaal etc.) op een vaste plek te leggen, die afgesproken is tussen de trainer en het kind. 
  • Het kind neemt snelle en langzame suikers mee naar het veld, zodat deze binnen handbereik zijn. 
  • Zorg ervoor dat jij altijd extra benodigdheden mee hebt, tijdens het sporten kan het natuurlijk zijn dat bijvoorbeeld je sensor of infuus eraf schiet. Vertel aan je trainer hoe zelfstandig je bent en/of waar je eventueel hulp bij nodig hebt.  
  • Bij sommigen sporten is het verstandig om je pomp in een beschermhoes te doen of zelfs af te koppelen. Beslis samen hoe je dat doet.  
  • Voor medisch advies over bijvoorbeeld de instellingen van de insulinepomp tijdens het sporten kun je altijd terecht bij je diabetesverpleegkundige.  
  • Je kunt als ouder een simpel overzicht maken om je kind met een gerust hart te laten sporten. Je maakt dit plan met z’n drieën; het kind, de ouder en een trainer. Op 1 A4-tje maak je een overzicht welke actie je kunt/moet doen als je een bepaalde bloedglucosewaarde hebt. Hieronder staat een voorbeeld van zo’n plan. Voorwaarde is dat als de coach vraagt naar een bloedglucose dat het kind die altijd deelt. En als er dan ruimte nodig is om een hypo of hyper te verwerken dat de coach die ruimte ook geeft.
Sportkamp

Aan de slag

Als je met onderstaand schema aan de slag wilt gaan bedenk dan het volgende: het schema zoals hieronder afgebeeld is een voorbeeld. Je kunt zelf bepalen wanneer voor jou een bloedglucosewaarde onveilig voelt (te hoog of te laag) en je daar een bepaalde actie aan wilt koppelen. Bedenk je dat een coach vaak geen idee heeft wat hij/zij moet doen en dus is dit een leidraad voor hem/haar. Bespreek alle medische situaties en overwegingen ten alle tijden met jouw medisch team (DVK/arts).

Bespreek dit document met de coach en heb na verloop van tijd nog eens contact of de afspraken goed werken. Een bloedglucosewaarde beweegt constant. Dus een waarde kan snel veranderen. Als je met een sensor werkt, kun je ook zien of de lijn van je bloedglucosewaarde aan het dalen en stijgen is. Probeer ook een beetje in te schatten wat dat kan betekenen voor deze waarde over een korte periode. Als je bijvoorbeeld een waarde van 7 op je scherm ziet staan lijkt dat goed. Maar als er twee pijlen naar beneden bij staan ga je richting een hypo en vraagt dat op korte termijn weer een check of die lijn zich doorzet en er actie moet worden ondernomen.

Let op, bij een medische noodsituatie gaat het schema niet op. Zorg dat je ten alle tijden van een noodsituatie, contact opneemt met 112. 

Onze partners